Onze natuurlijke reactie bij weerstand
Stel je werkt samen en de ‘tegenpartij’ is het niet eens met wat jij wilt of hoe je naar een issue/probleem kijkt. Zodra we de ander “Ja, maar…” horen zeggen wordt veelal in ons een neiging actief die daar ook weer tegengas op geeft en voor je het weet zitten we samen klem en gevangen in een discussie waarbij elke persoon zijn zin begint met Ja, maar… wat immers “Nee, want…” betekent.
Een betere reactie
Beter is (en dit kan tegennatuurlijk aanvoelen) om de ouderwetse BADSOC erbij te pakken. In plaats van afremmen ga je aanmoedigen (wat je ook kan doen met de emotie die achter een standpunt zit). De afkorting staat voor:
B = Bezwaar: wat is precies het standpunt van de ander?
A = Aanmoedigen: stimuleer de ander alles te vertellen over de weerstand!
D = Doorvragen: stel zoveel mogelijk HOE en WAT vragen (waak voor de waarom vraag)
S = Samenvatten (op wel inhoud als ook gevoelens), hierdoor zakt de weerstand weg omdat de ander zich gehoord voelt
O = Opties/oplossingen: onderzoek samen (exploreer!) nieuwe ideeen om het probleem op te lossen
C = Conclusie/afspraak: maak expliciet een afspraak waar beiden zich aan zullen houden
Hoe doe ik dat?
Vaak zit de frictie op de A van BADSOC. We willen nl helemaal niet aanmoedigen, we willen afremmen, deleten, negeren of bagatelliseren. Hierbij een aantal vragen die je kan stellen:
- Waar zit je zorg?
- Waar ben je bang voor?
- Wat zijn de nadelen als we mijn oplossing kiezen?
- Wat is het grootste gevaar?
- Wat is het ergste wat zou kunnen gebeuren? En hoe kunnen we dat ondervangen?
- Welke valkuilen zie jij die ik over het hoofd lijk te zien?
- Wat gaat er mis in onze samenwerking denk jij?
- Wat is mijn zwakke punt? Waar kom ik kennis of ervaring te kort die jij wel hebt?
- Wat is worst-case scenario (en best?)
- Hoe kunnen we probleem X optimaliseren?
Succes!