Frustratie
Vaak hoor je mensen uitspraken doen als: ‘Verdorie, wat is dit nu weer?’ of ‘Wat een irritant gedoe zeg’. Er zijn talloze aanleidingen te bedenken waar we geïrriteerd van raken maar in het algemeen geldt dat een situatie anders uitpakt dan je zelf verwacht of dat je je onheus bejegend of benadeeld voelt. Voorbeelden van frustrerende situaties zijn een nee op je verzoek, die bus die net voor je neus wegrijdt of een onverwachte bekeuring terwijl je je altijd zo goed mogelijk aan de snelheid houdt.
Kenmerken voor echte frustratie zijn (volgens de Psychologie):
- Je bevindt zich in een schijnbaar onoplosbare situatie.
- Het is onmogelijk om op dit moment uit de situatie te geraken.
- Je hebt de sterke wens je aan de situatie te ontvluchten, maar weet niet hoe
Kortom, je bent de regie kwijt in een situatie welke je naar je hand wilt zetten. De beslissing over de afloop moet je soms aan anderen overlaten. Dit veroorzaakt een gevoel van spanning, agressie of woede.
Kan je frustratie meten??
Ja, dat kan! Frustratie geeft ook fysieke signalen: de elektrische huidweerstand en de polsslag veranderen aanmerkelijk ten opzichte van de normale situatie.
De psychische gevolgen van frustratie zijn echter veel belangrijker en ernstiger dan de lichamelijke gevolgen.
Gevolg…: agressie
Mensen reageren vaak agressief op frustrerende gebeurtenissen. Onderzoek wijst uit, dat vooral mannen zo reageren. Jongens uit probleembuurten van een zwakker sociaal milieu vernielen en verstoren zaken en molesteren willekeurige voorbijgangers. Mannen die op hun werk onder grote druk staan en niet zo succesvol zijn als ze zouden willen, hebben de neiging vaker hun vrouw of kinderen te slaan, dan niet-gefrustreerde mannen. Dankzij het androgene mannelijke hormoon: testosteron schakelen zij eerder over op vechten dan vluchten (datgene waar vrouwen waarschijnlijk eerder voor kiezen).
De als-dan constructie
Hoe kun je als omgeving hiermee omgaan?
- Vóel waar je eigen grenzen liggen en onderzoek of ze gerespecteerd worden
- Geef ze voor de zekerheid duidelijk nog een laatste keer aan
- Mocht daarna het nog een keer voorkomen dan gebruik je de als-dan constructie.
Dit doe je door te zeggen (en de basis ligt in de feedback):
“Ik merk dat je ondanks mijn verzoek toch … [beschrijf feitelijk het gedrag
van de ander]. Ik word hier [noem de emotie, bijvoorbeeld: boos, geïrriteerd,
gefrustreerd of bang] van.
Als je hiermee doorgaat dan kan ik niet meer met je samenwerken, als je
ermee stopt dan kunnen we op een prettige en effectieve manier verder
werken aan het project. Waar kies je voor?”
Let op: de volgorde is van groot belang: eerst de negatief en daarna de positief: het korte termijn geheugen haakt namelijk makkelijker aan op het laatste wat ze hoort. Mocht de ander daar niet mee akkoord gaan of het gedrag nog een keer laten zien, dan móet je doorpakken en de consequentie in gang zetten.
Toen mijn ex nog met zijn drie kinderen in mijn leven rondbanjerden gebruikte ik vaker deze handige en respectvolle techniek tijdens het oppassen. Mijn vriend viel dat op en vroeg me eens hoe ik dat toch deed (want ook de zesjarige conformeerde zich makkelijk aan mijn ‘verzoeken’).
Het klonk ongeveer als volgt: “Mark, ik merk dat je een spelletje maakt van je pyjama zoeken. Als je daarmee doorgaat dan komt de buurvrouw volgende keer oppassen. Of je trekt nu gauw je pyjama aan en dan ga ik je gezellig voorlezen in je warme bedje samen. Wat wil jij?”
Uiteraard kwam de pyjama als bij toverslag tevoorschijn waarna we samen genoten van een verbindend genietmoment en het beloofde verhaaltje op de bedrand.
Bijdrage van Erna van Lingen