Coronatijden
Al sinds maart 2020 trekken we ons terug in onze huizen. Thuis is veilig(er) en heb je minder kans om besmet te raken en wellicht met zo’n nare ballon om je hoofd op een IC-afdeling te vechten voor je leven. Zelf ben ik dus veel thuis. Het deed me ook goed; bijslapen, de helende stilte (of muziek) van mijn eigen huis, tijd hebben voor klusjes thuis die al jaren lagen te wachten en dertig boeken lezen (ik ben een snelle lezer en heb genoten!). Later in het seizoen ontdekten we hoe we digitaal trainingen konden geven en dat was ook leuk om te doen.
Overgang
Na de versoepelingen van vier weken geleden ontstond er een tsunami van live trainingen in mijn agenda. Ik dacht ”Fijn, weer mensen zien”! Ik zag er echt naar uit en het was ook te gek (en onwennig) om weer fysiek trainingen te mogen geven. Veel superinteressante trajecten stonden in mijn agenda. Maar wat een overgang: van stilte, rust, veel alleen zijn naar reistijden, het wel of niet handen-schud-moment en continu alert zijn op die 1,5 meter.
Best vermoeid
Ik merkte dat ik na een trainingsdag anders moe was dan normaal: het interactieve vroeg meer van me dan anders. Mensen weer live tegenkomen, ieder met hun eigen ‘energie’, al die woorden en verhalen die de ruimte vullen, de ander waarop je afstemt, luisteren naar wat hun bezig hield, de inspanningsboog van een training van 9 uur tot 17 uur: ik was het allemaal niet meer gewend. Het trok soms mijn energiebatterij flink leeg en dat terwijl ik geen introvert ben. Gelukkig is het afgenomen en kan ik weer heerlijk werken en vrienden ontmoeten wat ook weer energie geeft.
Hoe zit dit voor jou? Herkenbaar? Ik hoor het graag.